1. MWB
  2. Vertalen
  3. bekommen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • bekommen > EN • bekommen > ES • bekommen > FR
Vertalingen bekommen DE>NL

bekommen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈkɔmən]

1) in den Besitz von etw. kommen - krijgen , ontvangen
Ich bekomme noch fünf Euro von dir! - Ik krijg nog vijf euro van jou!
Kann ich jetzt endlich was zu essen bekommen? - Kan ik nu eindelijk wat te eten krijgen?
Es sind einfach keine Karten für das Konzert mehr zu bekommen. - Er zijn gewoonweg geen kaarten meer voor het concert te krijgen.

2) Empfänger oder Ziel einer Aktion sein - krijgen , bekomen
etw. von jemandem gesagt bekommen - iets van iemand gezegd krijgen
viel Interessantes zu hören bekommen - veel interessante dingen te horen krijgen

3) verwendet, um über eine Bestellung zu sprechen - krijgen
Was bekommen Sie? - Wat krijgt u?
Ich bekomme bitte ein Schnitzel! - Ik wil graag een schnitzel!

4) etw. als Strafe zugedacht bekommen - krijgen
Er hat vier Jahre (Gefängnis) bekommen. - Hij heeft vier jaar (gevangenisstraf) gekregen.

5) durch Bemühen etw. erreichen - krijgen , halen
Wie soll ich das alles in den Koffer bekommen? - Hoe moet ik dat allemaal in mijn koffer krijgen?
Ich weiß nicht, ob ich das Hemd wieder sauber bekomme. - Ik weet niet of ik dat overhemd nog schoon krijg.
Ich bekomme ihn einfach nicht dazu, mehr zu lernen. - Ik kan hem er gewoon niet toe zetten om meer te leren.

6) in einen Zustand oder eine Situation kommen, in dem etw. zutrifft - krijgen
Angst / Hunger bekommen - Angst / honger krijgen
Krebs / Kopfschmerzen bekommen - kanker / hoofdpijn krijgen
Die Bäume bekommen schon Blätter. - De bomen krijgen al bladeren.
Morgen sollen wir Regen bekommen. - Morgen moeten we regen krijgen.

7) (als Mutter) zur Welt bringen, (als Eltern) die Geburt erwarten - krijgen
Wann bekommt sie ihr Kind? - Wanneer moet ze bevallen?

8) rechtzeitig da sein, um mitfahren / mitfliegen zu können - halen
Durch die Verspätung haben wir unseren Anschluss nach Trier nicht mehr bekommen. - Door de vertraging hebben wij onze aansluiting naar Trier niet meer gehaald.

9) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. bekommt jemandem (gut)
uitdrukking etw. bekommt jemandem schlecht / nicht

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bekommen (ww.) behalen (ww.) ; bekomen (ww.) ; halen (ww.) ; iets bemachtigen (ww.) ; in ontvangst nemen (ww.) ; krijgen (ww.) ; ontvangen (ww.) ; opstrijken (ww.) ; pakken (ww.) ; te pakken krijgen (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; verwerven (ww.) ; winnen (ww.) ; zich hervinden (ww.)
bekommen aankomen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bekommen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: annehmen
DE: auf sich herabrufen
DE: aufschnappen
DE: beiverdienen
DE: davontragen
DE: dazuverdienen
DE: ein Kind bekommen
DE: ein Kind erwarten
DE: empfangen
DE: entgegenehmen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas satt bekommen NL: ergens genoeg van krijgen