Vertalingen anfassen DE>NL
anfassen
werkw.
1) mit den Händen berühren -
aanpakken aanraken , aanraken Fass bitte nichts an! - Raak alsjeblieft niets aan! Das Reh ließ sich von mir anfassen. - De ree liet zich door mij aanraken. |
mit anfassen (=helfen) - een handje helpen
|
zum Anfassen (=so, dass man als Bürger / Besucher aktiv werden kann und etw. verständlich und interessant dargestellt wird) - toegankelijk
Mathematik / ein Politiker zum Anfassen - wiskunde / een politicus die dicht bij de mensen staat
|
2) deel van de uitdrukking: jemanden hart / vorsichtig / ... anfassen (=in bestimmter Weise behandeln) - iemand hard / voorzichtig ... aanpakken, op een bepaalde manier wijze
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
anfassen (ww.) | beetgrijpen (ww.) ; betasten (ww.) ; bevoelen (ww.) ; grijpen (ww.) ; vastklampen (ww.) ; vastpakken (ww.) ; voelen (ww.) |
das Anfassen | het aangrijpen ; het aanklampen ; het aanpakken ; het aanvatten ; het beetpakken |
anfassen | aankomen ; aanraken ; pakken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `anfassen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abtastenDE: anpackenDE: betastenDE: fassenDE: festgreifenDE: festhaltenDE: greifenDE: tastenDE: zugreifen