Vertalingen ausposaunen DE>NL
ausposaunen (ww.) | doorgeven (ww.) ; doormeppen (ww.) ; doorslaan (ww.) ; doorspelen (ww.) ; doorvertellen (ww.) ; klikken (ww.) ; rondbrieven (ww.) ; rondvertellen (ww.) ; uitbazuinen (ww.) ; verklappen (ww.) ; verklikken (ww.) ; verlinken (ww.) ; verraden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ausposaunen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: angebenDE: anzeigenDE: ausplaudernDE: austragenDE: denunzierenDE: durchsagenDE: mitteilenDE: petzenDE: steckenDE: verpfeifen