Vertalingen sofort DE>NL
I sofort
bijwoord
1) ohne Pause oder Verzögerung -
onmiddellijk , ogenblikkelijk Sie war sofort tot. - Zij was onmiddellijk dood. Hört sofort mit dem Unsinn auf! - Houdt onmiddellijk op met die onzin! |
2) in ganz kurzer Zeit -
onmiddellijk , zo Einen Moment, ich komme sofort! - Een ogenblikje, ik kom zo! |
II sofortige
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: onmiddellijk Sie wurde mit sofortiger Wirkung entlassen. - Zij werd met onmiddellijk ingang ontslagen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sofort | aanstonds ; acuut ; dadelijk ; direct ; gelijk ; met onmiddellijk effect ; met onmiddellijke ingang ; meteen ; onmiddellijk ; per direct ; subiet ; terstond ; zo ; zo meteen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `sofort`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: akutDE: auf AnhiebDE: auf der StelleDE: augenblicklichDE: baldDE: demnächstDE: direktDE: fristlosDE: gleichDE: in BäldeUitdrukkingen en gezegdes
DE: ab
sofort
NL: onmiddellijk ingaand