Vertalingen Anschwellen DE>NL
anschwellen (ww.) | omhoog rijzen (ww.) ; zwellen (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; uitdijen (ww.) ; toenemen (ww.) ; stijgen (ww.) ; rijzen (ww.) ; opzwellen (ww.) ; opzetten (ww.) ; oprijzen (ww.) ; omhoogstijgen (ww.) ; omhooggaan (ww.) ; omhoog komen (ww.) ; groter worden (ww.) ; groeien (ww.) ; gedijen (ww.) ; dik worden (ww.) ; de hoogte ingaan (ww.) ; aanwinnen (ww.) ; aangroeien (ww.) |
das Anschwellen | het aanzwellen ; het aanwassen |
Anschwellen | (op)zwellen ; zwellen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Anschwellen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ansteigenDE: anwachsenDE: aufgehenDE: aufquellenDE: aufschwellenDE: aufstockenDE: ausbreitenDE: ausweitenDE: eintretenDE: emporsteigen