Vertaal
Naar andere talen: • anlernen > ENanlernen > ESanlernen > FR
Vertalingen anlernen DE>NL
anlernen (ww.) bijbrengen (ww.) ; doceren (ww.) ; eigen maken (ww.) ; inlichten (ww.) ; leren (ww.) ; onderrichten (ww.) ; onderwijzen (ww.) ; oppikken (ww.) ; opsteken (ww.) ; verwerven (ww.) ; voorlichten (ww.)
das Anlernenhet aanleren
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anlernen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aneignen
DE: anweisen
DE: beibringen
DE: belehren
DE: dozieren
DE: einstudieren
DE: einweisen
DE: erlernen
DE: erziehen
DE: instruieren

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: angelernte Arbeiter NL: gedeeltelijk geschoolde arbeiders