Vertaal
Naar andere talen: • aneignen > ENaneignen > ESaneignen > FR
Vertalingen aneignen DE>NL
aneignen (ww.) bemachtigen (ww.) ; eigen maken (ww.) ; in bezit nemen (ww.) ; leren (ww.) ; oppikken (ww.) ; opsteken (ww.) ; toeëigenen (ww.) ; verwerven (ww.)
das Aneignenhet aanleren ; het bietsen ; het inpikken
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aneignen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anlernen
DE: einpauken
DE: einverleiben
DE: erlernen
DE: in Besitz nehmen
DE: lernen
DE: Stibitzen
DE: studieren

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich aneignen NL: zich eigen maken, aanleren NL: zich toeëigenen