Vertaal
Naar andere talen: • beibringen > ENbeibringen > ESbeibringen > FR
Vertalingen beibringen DE>NL

beibringen

werkw.
Uitspraak:  [ˈbaibrɪŋən]

1) jemandem Informationen geben, Tätigkeiten zeigen oder mit ihm üben, damit er etw. lernt - bijbrengen
einem Papagei das Sprechen beibringen - een papegaai het spreken bijbrengen
Kannst du mir beibringen, wie man das Programm bedient? - Kun jij mij leren hoe je dit programma bediend?

2) jemandem etw. Unangenehmes mitteilen - mededelen , vertellen
Er brachte ihr schonend bei, dass ihr Hund gestorben war. - Hij vertelde haar voorzichtig dat haar hond is overleden.

3) verursachen - veroorzaken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beibringen (ww.) bijbrengen (ww.) ; doceren (ww.) ; inlichten (ww.) ; leren (ww.) ; onderrichten (ww.) ; onderwijzen (ww.) ; voorlichten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `beibringen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anleiten
DE: anlernen
DE: anweisen
DE: dozieren
DE: einstudieren
DE: einweisen
DE: erlernen
DE: erziehen
DE: instruieren
DE: lehren

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: den Nachweis beibringen NL: het bewijs overleggen