Vertalingen beibringen DE>NL
beibringen
werkw.
1) jemandem Informationen geben, Tätigkeiten zeigen oder mit ihm üben, damit er etw. lernt -
bijbrengen einem Papagei das Sprechen beibringen - een papegaai het spreken bijbrengen Kannst du mir beibringen, wie man das Programm bedient? - Kun jij mij leren hoe je dit programma bediend? |
2) jemandem etw. Unangenehmes mitteilen -
mededelen , vertellen Er brachte ihr schonend bei, dass ihr Hund gestorben war. - Hij vertelde haar voorzichtig dat haar hond is overleden. |
3) verursachen -
veroorzaken © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beibringen (ww.) | bijbrengen (ww.) ; doceren (ww.) ; inlichten (ww.) ; leren (ww.) ; onderrichten (ww.) ; onderwijzen (ww.) ; voorlichten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beibringen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anleitenDE: anlernenDE: anweisenDE: dozierenDE: einstudierenDE: einweisenDE: erlernenDE: erziehenDE: instruierenDE: lehrenUitdrukkingen en gezegdes
DE: den Nachweis
beibringen
NL: het bewijs overleggen