Vertaal
Naar andere talen: • instruieren > ENinstruieren > ESinstruieren > FR
Vertalingen instruieren DE>NL
instruieren (ww.) bijbrengen (ww.) ; doceren (ww.) ; inlichten (ww.) ; instrueren (ww.) ; onderrichten (ww.) ; onderwijzen (ww.) ; voorlichten (ww.)
instruieren opleiden
Bronnen: interglot; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `instruieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anleiten
DE: anlernen
DE: anweisen
DE: beibringen
DE: dozieren
DE: einstudieren
DE: einweisen
DE: erlernen
DE: erziehen
DE: lehren