Vertaal
Naar andere talen: • Zerkleinern > ENZerkleinern > ESZerkleinern > FR
Vertalingen Zerkleinern DE>NL

zerkleinern

werkw.
Uitspraak:  ɛɐˈklainɐn]

in kleinere Stücke reißen, schneiden, hacken usw. - kleinmaken
Holz für den Ofen zerkleinern - hout voor de kachel hakken
einen Karton vor dem Wegwerfen zerkleinern - een kartonnen doos klein maken voordat deze wordt weggegooid

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zerkleinern (ww.) kleinmaken (ww.) ; verpletteren (ww.) ; vermorzelen (ww.) ; vergruizen (ww.) ; verbrijzelen (ww.) ; snoeven (ww.) ; platdrukken (ww.) ; opsnijden (ww.) ; opscheppen (ww.) ; grootspreken (ww.) ; fijnmaken (ww.)
Zerkleinern (vermalen ; weken ; vermalen ; verkruimelen ; verkleinen ; malen ; afsplinteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `Zerkleinern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: angeben
DE: aufgeben
DE: aufschlagen
DE: aufschneiden
DE: auftragen
DE: bedienen
DE: feinmachen
DE: feinmahlen
DE: kaputtschlagen
DE: kleinmachen