1. MWB
  2. Vertalen
  3. zersetzen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • zersetzen > EN • zersetzen > ES • zersetzen > FR
Vertalingen zersetzen DE>NL

zersetzen

werkw.
Uitspraak:  [ʦɛɐˈzeʦən]

in seine Bestandteile auflösen scheikunde - oplossen
Das Metall wird von der Säure zersetzt. - Het metaal wordt door zuren aangevreten.
Das Material zersetzt sich mit den Jahren von selbst. - Het materiaal lost in de loop van de jaren vanzelf op.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zersetzen (ww.) desintegreren (ww.) ; uit elkaar vallen (ww.) ; uiteenvallen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zersetzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anfressen
DE: angreifen
DE: aufteilen
DE: auseinanderfallen
DE: beschädigen
DE: spalten
DE: trennen
DE: untergraben
DE: unterminieren
DE: unterwandern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich zersetzen NL: tot ontbinding overgaan, verweren