Vertalingen aufgeben DE>NL
aufgeben
werkw.
1) nicht damit weitermachen -
op-/afgeven das Rauchen aufgeben - het roken opgeven Viele Kleinbauern mussten aufgeben. - Veel keuterboeren moesten opgeven. |
2) nicht zu Ende führen, weil man keine Hoffnung auf Erfolg hat -
op-/afgeven Sie musste kurz vor dem Ziel aufgeben. - Zij moesten vlak voor de finish opgeven. Ich hab den Versuch aufgegeben, ihn zu überzeugen zu wollen. - Ik probeer niet langer ze te overtuigen, ik geef het op. |
3) nicht behalten -
opgeven 4) nicht mehr auf eine Rettung hoffen -
opgeven 5) deel van de uitdrukking: jemandem etw. aufgeben (=jemandem als zu lösendes Problem oder Übung geben) - opgave
den Kindern zu viele Hausaufgaben aufgeben - de kinderen teveel huiswerk geven
|
6) jemandem zur weiteren Bearbeitung übergeben -
op-/afgeven 7) jemandem zur Beförderung übergeben -
op-/afgeven © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aufgeben (ww.) | opgeven (ww.) ; zich overgeven (ww.) ; verzaken (ww.) ; strijd opgeven (ww.) ; snoeven (ww.) ; prijsgeven (ww.) ; posten (ww.) ; overgeven (ww.) ; opsnijden (ww.) ; opscheppen (ww.) ; opofferen (ww.) ; op de bus doen (ww.) ; loslaten (ww.) ; hoop opgeven (ww.) ; grootspreken (ww.) ; de brui geven aan (ww.) ; capituleren (ww.) |
das Aufgeben | het bezwijken ; het afleggen |
aufgeben | afstand doen van ; laten vallen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aufgeben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abgehen vonDE: abhakenDE: abspringenDE: abtretenDE: angebenDE: aufopfernDE: aufschlagenDE: aufschneidenDE: aufsteckenDE: auftragenUitdrukkingen en gezegdes
DE: den Geist
aufgeben
NL: de geest geven