Vertaal
Naar andere talen: • triezen > ENtriezen > EStriezen > FR
Vertalingen triezen DE>NL
triezen (ww.) jennen (ww.) ; koeioneren (ww.) ; kwellen (ww.) ; narren (ww.) ; pesten (ww.) ; plagen (ww.) ; sarren (ww.) ; stangen (ww.) ; tarten (ww.) ; tergen (ww.) ; treiteren (ww.) ; uitdagen (ww.) ; zieken (ww.)
triezen klieren
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `triezen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: brutal vorgehen
DE: martern
DE: Piesacken
DE: plagen
DE: provozieren
DE: reizen
DE: schikanieren
DE: schinden
DE: striezen
DE: tyrannisieren