1. MWB
  2. Vertalen
  3. tyrannisieren (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen tyrannisieren DE>NL

tyrannisieren

werkw.
Uitspraak:  [tyraniˈziːrən]

seine Macht rücksichtslos ausnutzen - tiranniseren
Sie tyrannisiert ihre Familie mit ihren eingebildeten Krankheiten. - Zij tiranniseert haar familie met haar ingebeelde ziektes.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tyrannisieren (ww.) plagen (ww.) ; vrees aanjagen (ww.) ; verschrikken (ww.) ; treiteren (ww.) ; tiranniseren (ww.) ; terroriseren (ww.) ; tergen (ww.) ; tarten (ww.) ; sarren (ww.) ; ringeloren (ww.) ; angst aanjagen (ww.) ; pesten (ww.) ; narren (ww.) ; kwellen (ww.) ; koeioneren (ww.) ; intimideren (ww.) ; doen schrikken (ww.) ; beangstigen (ww.) ; bangmaken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tyrannisieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Aangst einjaagen
DE: an der Kandare halten
DE: beherrschen
DE: brutal vorgehen
DE: erschrecken
DE: herrschen über
DE: knechten
DE: martern
DE: niederhalten
DE: Piesacken