Vertalingen piesacken DE>NL
piesacken (ww.) | narren (ww.) ; zieken (ww.) ; uitdagen (ww.) ; tergen (ww.) ; tarten (ww.) ; stangen (ww.) ; sarren (ww.) ; plagen (ww.) ; pesten (ww.) ; kwellen (ww.) ; koeioneren (ww.) ; jennen (ww.) |
das Piesacken | het treiteren ; de pesterij (v) ; het geplaag ; gepest (znw.) |
piesacken | klieren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `piesacken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: brutal vorgehenDE: marternDE: plagenDE: provozierenDE: reizenDE: schikanierenDE: schindenDE: SekkierenDE: striezenDE: tyrannisieren