Vertalingen Tour DE>NL
die Tour
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tuːɐ] |
Verbuigingen: | Tour , Touren |
1) Ausflug, Reise -
tocht Gestern haben wir eine schöne Bergtour gemacht. - Gisteren hebben we een mooie tocht door de bergen gemaakt. Radtour - fietstocht |
2) deel van de uitdrukking: tournee Der Kabarettist ist mit seinem neuen Programm auf Tour durch Deutschland. - De cabaretier is op tournee door Duitsland met zijn nieuwe show. |
3) bes. unehrliche Art, etw. zu erreichen -
toer Jetzt versucht er es wieder auf die scheinheilige Tour. - Nu probeert hij het weer op de schijnheilige toer. |
4) Umdrehung technisch -
toeren Der Motor lief auf vollen Touren. - De motor liep op volle toeren. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Tour | het rondje ; de trip (m) ; de trektocht (v) ; de tour (m) ; het toertje ; de toer (m) ; het tochtje ; de tocht ; de rondrit (m) ; de rondreis ; de ronde ; het ringetje ; de reis (v) ; het pleziertochtje ; het plezierreisje ; de gang (m) ; de expeditie (v) ; excursie |
Tour | retourgang ; tour |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Tour`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbstecherDE: AusfahrtDE: AusflugDE: ErkundungsfahrtDE: ExkursDE: ExkursionDE: FahrtDE: FlugreiseDE: MarschDE: PassageUitdrukkingen en gezegdes
DE: in einer
Tour
NL: ononderbrokenDE: einem die
Tour vermasseln
NL: iemands plan verijdelenDE: die
Tour ging schief
NL: de boel liep verkeerdDE: auf die krumme
Tour
NL: op slinkse wijzeDE: auf die plumpe
Tour
NL: op een grove manierDE: seine
Tour haben
NL: een (kwade) bui hebben