Vertalingen Schild DE>NL
I das Schild
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃɪlt] |
Verbuigingen: | Schild(e)s , Schilder |
1) Platte mit einer Aufschrift, einem Bild oder Symbol -
bord ein Namensschild an der Tür anbringen - een naamplaatje op de deur bevestigen Das ist leicht zu finden, du musst nur den Schildern folgen. - Dat is eenvoudig te vinden, je moet alleen de borden volgen. Reklameschild - reclamebord |
2) Zettel o. Ä., der an etw. befestigt wird, um es zu kennzeichnen -
etiket Namensschilder in die Kleider nähen - etiketten in de kleren naaien Preisschild - prijskaartje |
II der Schild
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃɪlt] |
Verbuigingen: | Schild(e)s , Schilde |
1) große Platte, die man in der Hand hält, um sich im Kampf zu schützen -
schild einen Schwerthieb mit dem Schild abwehren - een houw van een zwaard met het schild afweren |
2) etw., das eine Gefahr abschirmt -
schild ein Hitzeschild schützt das Raumschiff - een hitteschild beschermt het ruimteschip Humor als Schutzschild gegen die Verzweiflung - humor als bescherming tegen wanhoop |
3) deel van de uitdrukking: etw. (gegen jemanden / etw.) im Schilde führen (=heimlich etw. planen, was jemandem / etw. schadet) - iets in zijn schild voeren
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Schild | label ; het schild |
das Schild | de blazoenen ; het bord ; eetbord (znw.) ; het naambord ; de wapenschilden ; de wegwijzer |
Schild | bord ; continentaal blok ; identificatie-aanhangsel ; mechanische afscherming ; schild |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Schild`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AufkleberDE: AufklebezettelDE: AushängeschildDE: EtikettDE: NamensschildDE: SchildeDE: SchultafelDE: SchutzschildDE: TafelDE: Teller