Vertalingen Passage DE>NL
I die Passage
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [paˈsaːʒə] |
Verbuigingen: | Passage , Passagen |
1) schmaler, oft überdachter Weg durch etw. hindurch -
passage 2) größeres Gebäude mit mehreren Geschäften darin -
passage Einkaufspassage - passage |
3) Reise mit dem Schiff oder Flugzeug über den Ozean -
passage eine Schiffspassage buchen - een overtocht met de boot boeken |
4) Abschnitt aus einem Text -
passage wichtige Passagen rot markieren - belangrijke passages met rood markeren eine längere Passage des Romans vorlesen - een lange passage van de roman voorlezen |
IIa der Passagier
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [pasaˈʒiːɐ] |
Verbuigingen: | Passagiers , Passagiere |
IIb die Passagierin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [pasaˈʒiːrɪn] |
Verbuigingen: | Passagierin , Passagierinnen |
deel van de uitdrukking: passagier Passagiere befördern - passagiers vervoeren |
blinder Passagier (=Reisender ohne Fahrkarte) - blinde passagier
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Passage | de doorgang (m) ; de doorloop (m) ; de expeditie (v) ; de gang (m) ; het gangpad ; de overtocht (m) ; de overvaart ; de passage (v) |
Passage | doorkweek ; Passage ; wrong |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Passage`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: DurchgangDE: DurchlaßDE: FahrtDE: GabelungDE: GangDE: GasseDE: KorridorDE: KreuzungDE: KreuzungsstelleDE: Mischung