Vertalingen hegen DE>NL
hegen
werkw.
1) über längere Zeit haben -
koesteren Er hegt keinen Groll gegen sie. - Hij koestert geen wrok tegen haar. |
2) pflegen und schützen -
koesteren ein verletztes Tier hegen und pflegen - een gewond dier koesteren en verplegen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hegen (ww.) | aankweken (ww.) ; aanplanten (ww.) ; beschermen (ww.) ; bescherming bieden (ww.) ; beschutten (ww.) ; fokken (ww.) ; genereren (ww.) ; koesteren (ww.) ; kweken (ww.) ; opkweken (ww.) ; planten (ww.) ; procreëren (ww.) ; telen (ww.) ; verbouwen (ww.) ; voortbrengen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `hegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abschirmenDE: anbauenDE: AnpflanzenDE: aufbauenDE: aufziehenDE: bewahrenDE: erhaltenDE: erzeugenDE: fortpflanzenDE: heranbildenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen Groll
hegen
NL: wrok koesterenDE: in sich
hegen
NL: binnen zijn muren bergen, bevattenDE: hegen und pflegen
NL: met liefde en zorg omringen, koesteren