Vertalingen abschirmen DE>NL
I abschirmen
werkw.
1) von etw. abhalten -
beschermen Dicke Vorhänge schirmten das grelle Sonnenlicht ab. - Dikke gordijnen beschermen tegen het felle zonlicht. |
2) deel van de uitdrukking: jemanden von jemandem / etw. abschirmen (=jemanden schützen, indem man jemanden / etw. nicht an ihn heranlässt) - iemand voor iemand / iets afschermen
Die Entführungsopfer wurden nach ihrer Befreiung von der Öffentlichkeit abgeschirmt. - De slachtoffers van de ontvoering werden na hun bevrijding van de buitenwereld afgeschermd.
|
II die Abschirmung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈapʃɪrmʊŋ] |
Verbuigingen: | Abschirmung |
deel van de uitdrukking: bescherming © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abschirmen (ww.) | beschutten (ww.) ; wegstoppen (ww.) ; verstoppen (ww.) ; verheimelijken (ww.) ; verduisteren (ww.) ; verbergen (ww.) ; van alarm voorzien (ww.) ; opruimen (ww.) ; in bescherming nemen (ww.) ; blinderen (ww.) ; beveiligen (ww.) ; bescherming bieden (ww.) ; behouden (ww.) ; behoeden (ww.) ; afruimen (ww.) ; afgrendelen (ww.) ; achterhouden (ww.) |
das Abschirmen | het afdekken ; het beschermen ; het afschutten ; het afschotten ; het afschermen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abschirmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abblendenDE: abdeckenDE: AbgrenzenDE: abmontierenDE: abnehmenDE: abriegelnDE: absperrenDE: abziehenDE: achtgebenDE: Anstellen