Vertalingen vallen NL>FR
vallen
werkw.
Uitspraak: | [ˈvɑlə(n)] |
Verbuigingen: | viel (verl.tijd ) is gevallen (volt.deelw.) |
1) plotseling, onbedoeld op de grond terechtkomen -
tomber vallen over een losse tegel - tomber à cause d'une dalle qui bouge Het glas viel in stukken. - Le verre est tombé en se cassant. |
De regen valt met bakken naar beneden. (=het regent heel hard) - Il tombe une grosse pluie.
|
met vallen en opstaan leren (=leren door het steeds weer opnieuw te proberen) - apprendre par tâtonnements
|
De regering is gevallen. (=de regering is afgetreden) - Le gouvernement est tombé.
|
iemand als een baksteen laten vallen (=iemand helemaal in de steek laten) - laisser tomber quelqu'un subitement
|
2) doodgaan in de strijd -
tomber , mourir gevallen voor het vaderland - tombé pour la Patrie |
3) in een bepaalde toestand komen -
arriver al naar het valt (=zoals het uitkomt) - selon les circonstances
|
in slaap vallen (=beginnen te slapen) - s'endormir
|
Die opmerking viel helemaal verkeerd. (=die opmerking werd absoluut niet gewaardeerd) - La remarque n'était pas appréciée du tout.
|
Pasen valt laat dit jaar. (=dit jaar is het laat Pasen) - Pâques tombe tard cette année.
|
buiten de prijzen vallen (=geen prijs winnen) - ne pas avoir de prix
|
4) deel van de uitdrukking: -
Het valt me zwaar (=ik vind het moeilijk) - C'est difficile pour moi.
|
Er valt niets meer aan te doen. (=het kan niet meer worden veranderd of teruggedraaid) - On ne peut plus rien y changer.
|
iemand lastig vallen (=iemand hinderen) - importuner quelqu'un
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vallen (ww.) | abdiquer (ww.) ; tomber de (ww.) ; tomber (ww.) ; renverser (ww.) ; rater (ww.) ; partir (ww.) ; mourir (ww.) ; culbuter (ww.) ; crever (ww.) ; chuter (ww.) ; basculer (ww.) ; agoniser (ww.) |
het vallen | culbute (v) ; chute (v) |
vallen | avoir lieu ; tomber ; porter ; pièges-trappes ; laisser tomber ; être ; chute de hauteur ; chute au même niveau ; chute à niveau |
Bronnen: interglot; Europakinderhulp; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezwijkenNL: blijvenNL: dalenNL: donderenNL: doodgaanNL: flikkerenNL: heengaanNL: inslapenNL: inzakkenNL: kelderenUitdrukkingen en gezegdes
NL: er zijn 3 doden ge
vallen
FR: il y a eu 3 hommes de tuésNL: de vermoedens
vallen op
FR: les soupçons se portent surNL: er valt sneeuw
FR: il tombe de la neigeNL: er viel een schot
FR: un coup de feu partitNL: er vielen woorden
FR: on en vint aux gros motsNL: laten
vallen
FR: baisser (le store)NL: vallen aan
FR: échoir à NL: in het oog
vallen
FR: sauter aux yeuxNL: al naar het valt
FR: selon les circonstancesNL: dat valt daar niet onder
FR: cela ne rentre pas dans cette catégorieNL: dat feest valt op een vrijdag
FR: cette fête tombe un vendrediNL: vallen op
FR: se laisser prendre à NL: vallen over
FR: trébucher surNL: Iemand te voet
vallen
FR: se jeter aux pieds de quelqu'unNL: het valt hem zwaar om
FR: il lui en coûte de, il lui est pénible deNL: met
vallen en opstaan
FR: avec des hauts et des bas