Vertaal
Naar andere talen: • donderen > DEdonderen > ENdonderen > ES
Vertalingen donderen NL>FR

donderen

werkw.
Uitspraak:  [ˈdɔndərə(n)]
Verbuigingen:  donderde (verl.tijd ) heeft gedonderd (volt.deelw.)

1) het geluid van donder maken - tonner
het in de verte horen donderen - entendre le bruit du tonnerre au loin
met donderend geraas naar beneden vallen - s'effondrer avec un vacarme infernal

2) nogal ruw naar beneden gaan of gooien - dégringoler , flanquer
Ik donderde van de trap. - Je dégringolai dans les escaliers.
Ik donderde hem van de trap. - Je le précipitai dans la cage d'escalier.

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking Het dondert niet.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
donderen (ww.) faire de l'orage (ww.) ; faire rage (ww.) ; fulminer (ww.) ; injurier (ww.) ; insulter (ww.) ; râler contre (ww.) ; sortir de ses gonds (ww.) ; tempêter (ww.) ; tonner (ww.) ; tonnerre (ww.) ; vociférer (ww.)
het donderen grondement (m) ; roulement (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `donderen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: donderjagen
NL: flikkeren
NL: onweren
NL: tekeergaan
NL: uit de slof schieten
NL: uitvaren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: hij stond of hij het in Keulen hoorde donderen FR: il était là  comme frappé de la foudre
NL: het wordt donderen FR: nous sommes à  l'orage
NL: dat dondert niet FR: je m'en fiche
NL: Iemand de deur uit donderen FR: ficher quelqu'un à  la porte