Vertaal
Naar andere talen: • bezwijken > DEbezwijken > ENbezwijken > ES
Vertalingen bezwijken NL>FR

bezwijken

werkw.
Uitspraak:  [bəˈzwɛikə(n)]
Verbuigingen:  bezweek (verl.tijd ) is bezweken (volt.deelw.)

iets niet meer kunnen verdragen (en daardoor kapot gaan of sterven) - s'écrouler
De brug is onder de zware last bezweken. - Le pont a cédé sous le poids énorme.
bezwijken aan zijn verwondingen - succomber à ses blessures
bezwijken voor de verleiding - céder/succomber à la tentation

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bezwijken (ww.) écorcher (ww.) ; trépasser (ww.) ; succomber (ww.) ; sombrer (ww.) ; s'enfoncer (ww.) ; s'écrouler (ww.) ; répandre (ww.) ; pourrir (ww.) ; périr (ww.) ; partir (ww.) ; mourir (ww.) ; être tué (ww.) ; décéder (ww.) ; crever (ww.) ; craquer (ww.) ; agoniser (ww.) ; abdiquer (ww.)
het bezwijken fait de succomber (m) ; fait de céder (m)
bezwijken affaissement ; mort d'outil ; flécher ; céder
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `bezwijken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achteruitgaan
NL: afleggen
NL: barsten
NL: doodgaan
NL: doorslaan
NL: heengaan
NL: het onderspit delven
NL: in elkaar storten
NL: inslapen
NL: instorten

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: onder de verleiding bezwijken FR: succomber à  la tentation