Vertaal
Naar andere talen: • scheiden > DEscheiden > ENscheiden > ES
Vertalingen scheiden NL>FR

scheiden

werkw.
Uitspraak:  [ˈsxɛidə(n)]
Verbuigingen:  scheidde (verl.tijd )

1) je huwelijk beëindigen - divorcer
Verbuigingen:  is gescheiden (volt.deelw.)
kinderen van gescheiden ouders - enfants de parents divorcés

2) wat een geheel is uit elkaar halen - séparer
Verbuigingen:  heeft gescheiden (volt.deelw.)
De stad is gescheiden in een christelijk en een islamitisch gedeelte. - La ville est séparée en une partie chrétienne et une partie musulmane.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
scheiden (ww.) cliver (ww.) ; couper (ww.) ; dedoubler (ww.) ; dissocier (ww.) ; divorcer (ww.) ; fissionner (ww.) ; ouvrir (ww.)
het scheidenla séparation
scheiden détacher de ; isoler ; séparation ; séparer
Bronnen: interglot; Trueterm; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `scheiden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afscheiden
NL: afsplitsen
NL: afzonderen
NL: detacheren
NL: loskoppelen
NL: loskrijgen
NL: losmaken
NL: loswerken
NL: separeren
NL: splitsen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: het scheidende jaar FR: l'année qui touche à  sa fin
NL: uit het leven scheiden FR: quitter ce monde
NL: zich laten scheiden FR: demander le divorce