Vertalingen eind NL>FR
het eind
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ɛint] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) plaats waar iets ophoudt -
bout (le ~), extrémité (la ~) | aan het eind van de straat - au bout de la rue |
2) moment waarop iets ophoudt -
fin (la ~) aan alles komt een eind (=alle leuke en nare dingen eindigen ooit) - tout a une fin
|
er zelf een eind aan maken (=zelfmoord plegen) - en finir
|
aan het eind van je Latijn zijn (=erg moe zijn) - être au bout du rouleau
|
3) bepaalde lengte of afstand -
bout (le ~) een eindje touw - un bout de ficelle Ik loop een eind met je mee. - Je ferai un bout du chemin avec toi. |
met moeite de eindjes aan elkaar knopen (=weinig geld hebben om van te leven) - joindre difficilement les deux bouts
|
aan het kortste eind trekken (=verliezen) - avoir le dessous
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het eind | conclusion (v) ; dénouement (m) ; distance (v) ; la fin ; issue (v) ; résultat (m) |
| eind | brin ; la extrémité |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `eind`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afloopNL: afstandNL: bonkNL: brokNL: brokstukNL: eindeNL: eindpuntNL: kantNL: ontknopingNL: stuk