Vertalingen berispen NL>FR
berispen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈrɪspə(n)] |
Verbuigingen: | berispte (verl.tijd ) heeft berispt (volt.deelw.) |
(iemand) op boze toon zeggen dat je zijn gedrag afkeurt;
(iemand) een standje geven -
réprimander het tuchtcollege heeft de huisarts berispt - le conseil de discipline a infligé une réprimande au généraliste |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
berispen (ww.) | admonester (ww.) ; avoir de la rancoeur (ww.) ; avoir de la rancune (ww.) ; blâmer (ww.) ; condamner (ww.) ; critiquer (ww.) ; déshonorer (ww.) ; gronder (ww.) ; jeter quelque chose aux pieds de (ww.) ; reprendre (ww.) ; réprimander (ww.) ; reprocher (ww.) ; vitupérer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `berispen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanrekenenNL: aanwrijvenNL: beknorrenNL: berispingNL: beschuldigenNL: blamerenNL: gispenNL: lakenNL: manenNL: nadragen