Vertaal
Naar andere talen: • nadragen > DEnadragen > ENnadragen > ES
Vertalingen nadragen NL>FR
nadragen (ww.) compromettre (ww.) ; condamner (ww.) ; critiquer (ww.) ; enlever (ww.) ; garder rancune (ww.) ; prendre (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `nadragen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanrekenen
NL: aanwrijven
NL: berispen
NL: beschuldigen
NL: blameren
NL: gispen
NL: iemand iets aanrekenen
NL: iemand iets verwijten
NL: laken
NL: verwijten