Vertalingen alleen NL>FR
I alleen
bijv.naamw.
zonder anderen -
seul/-e Ik ben vanavond alleen thuis. - Ce soir je suis seul chez moi. |
II alleen
bijwoord
1) maar -
seulement , mais We kunnen eten, alleen moeten de aardappels nog in de schaal gedaan worden. - Nous pouvons passer à table, seulement les pommes de terre doivent encore être mises dans le plat. |
2) uitsluitend -
seulement , exclusivement Alleen de leerlingen die klaar zijn, mogen naar huis. - Seuls les élèves qui ont terminé peuvent rentrer chez eux. |
3) deel van de uitdrukking: -
niet alleen... maar ook... (=en... en..., zowel... als...) - non seulement... mais aussi...
Daar kun je niet alleen lekker maar ook goedkoop eten. - On y mange pas seulement de bons plats, mais aussi à de bons prix.
|
[ɑˈlen]1 ( in je eentje) zonder anderen - seul/-e
[sɶl]
`Ik ben vanavond alleen thuis.`
Ce soir je suis seul chez moi.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
alleen | exclusif ; exclusivement ; unique ; uniquement ; seul ; seulement ; ne que ; que ; seul (m) ; seule ; seulement ; simple ; simplement |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Trueterm; Europakinderhulp; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `alleen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzonderlijkNL: eenzaamNL: enigNL: enkelNL: exclusiefNL: in je eentjeNL: in zijn uppieNL: louterNL: puurNL: slechtsUitdrukkingen en gezegdes
NL: dat
alleen
FR: cela seulNL: en dat is het niet
alleen
FR: et il n'y a pas que celaNL: alleen maar om
FR: à seule fin de ...NL: alleen voor zijn toilet
FR: pour sa seule toiletteNL: hij leeft
alleen voor zich
FR: il ne vit que pour soiNL: alleen slapen
FR: faire lit à partNL: niet
alleen, maar ook
FR: non seulement, mais encoreNL: ik laat u
alleen
FR: je vous laisse