Vertaal
Naar andere talen: • alleen > ENalleen > ESalleen > FR
Vertalingen alleen NL>DE

I alleen

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ɑˈlen]

zonder anderen - allein
Ik ben vanavond alleen thuis. - Ich bin heute abend allein zu Hause.


II alleen

bijwoord
Uitspraak:  [ɑˈlen]

1) maar - nur , jedoch , aber
We kunnen eten, alleen moeten de aardappels nog in de schaal gedaan worden. - Wir können essen, aber die Kartoffeln müssen noch in die Schüssel gegeben werden.

2) uitsluitend - nur , lediglich
Alleen de leerlingen die klaar zijn, mogen naar huis. - Nur die Schüler, die fertig sind, dürfen nach Hause gehen.

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking niet alleen... maar ook...

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het alleen einzig ; nur
alleen ausschließlich ; exklusiv ; allein ; bloß ; einzeln ; lediglich ; nur ; schier
Bronnen: Wiktionary; interglot; Trueterm; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `alleen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afzonderlijk
NL: eenzaam
NL: enig
NL: enkel
NL: exclusief
NL: in je eentje
NL: in zijn uppie
NL: louter
NL: puur
NL: slechts

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de herinnering alleen (doet me huiveren) DE: die bloße Erinnerung
NL: alleen maar voor de vorm DE: bloß (nur) der Form wegen
NL: (ik ga mee,) alleen (jij betaalt) DE: allein, aber
NL: enkel en alleen DE: einzig und allein, lediglich
NL: niet alleen ... maar ook DE: nicht nur... sondern auch