Vertalingen smeren NL>FR
smeren
werkw.
Uitspraak: | [ˈsmerə(n)] |
Verbuigingen: | smeerde (verl.tijd ) heeft gesmeerd (volt.deelw.) |
1) (iets vets) uitspreiden over (iets) -
étaler boter op je brood smeren - étaler du beurre sur sa tartine / beurrer sa tartine crème op je gezicht smeren - étaler une crème sur son visage |
2) olie of vet doen op (iets) waardoor het goed werkt -
lubrifier , graisser een slot smeren - lubrifier une serrure smeerolie - huile de graissage |
3) deel van de uitdrukking: -
'm smeren (=snel weggaan) - se tirer / filer
Na het feest ben ik 'm snel gesmeerd. - Après la fête je me suis tiré tout de suite.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
smeren (ww.) | badigeonner (ww.) ; graisser (ww.) ; huiler (ww.) ; lubrifier (ww.) ; partir (ww.) ; quitter (ww.) ; s'en aller (ww.) ; s'envoler (ww.) |
smeren | bavure ; encrassement ; graisser ; lubrifier ; salissure |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `smeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afreizenNL: beboterenNL: besmerenNL: inoliënNL: invettenNL: oliënNL: opstappenNL: smettenNL: verdwijnenNL: vertrekkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand de handen
smeren
FR: graisser la patte à quelqu'unNL: hem
smeren
FR: filerNL: het
smeren
FR: le graissage, la lubrification