Vertalingen besmeren NL>FR
besmeren (ww.) | barbouiller (ww.) ; beurrer (ww.) ; enduire (ww.) ; faire des taches (ww.) ; graisser (ww.) ; salir (ww.) ; souiller (ww.) ; tacher (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `besmeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekladdenNL: beleggenNL: bemorsenNL: bestrijkenNL: bevlekkenNL: bevuilenNL: inwrijvenNL: smeren