Vertaal
Naar andere talen: • smeren > ENsmeren > ESsmeren > FR
Vertalingen smeren NL>DE

smeren

werkw.
Uitspraak:  [ˈsmerə(n)]
Verbuigingen:  smeerde (verl.tijd ) heeft gesmeerd (volt.deelw.)

1) (iets vets) uitspreiden over (iets) - schmieren , streichen , reiben
boter op je brood smeren - Butter aufs Brot streichen
crème op je gezicht smeren - das Gesicht mit Creme einreiben

2) olie of vet doen op (iets) waardoor het goed werkt - ölen , schmieren
een slot smeren - ein Schloss schmieren
smeerolie - Maschinenöl

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking 'm smeren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
smeren (ww.) einschiffen (ww.) ; ölen (ww.) ; wegreisen (ww.) ; wegfahren (ww.) ; schmieren (ww.) ; losfahren (ww.) ; fortreisen (ww.) ; fortfahren (ww.) ; fetten (ww.) ; einschmieren (ww.) ; einfetten (ww.) ; ausfahren (ww.) ; aufbrechen (ww.) ; abschmieren (ww.) ; abreisen (ww.) ; abfahren (ww.)
smeren Abliegen ; ölen ; Zusetzen ; Schmieren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `smeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afreizen
NL: beboteren
NL: besmeren
NL: inoliën
NL: invetten
NL: oliën
NL: opstappen
NL: smetten
NL: verdwijnen
NL: vertrekken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: 'm smeren DE: sich drücken, verduften, auskratzen
NL: (het gaat) gesmeerd DE: wie geschmiert