Vertalingen stoten NL>FR
stoten
werkw.
Uitspraak: | [ˈstotə(n)] |
Verbuigingen: | stootte, stiet (verl.tijd ) heeft gestoten (volt.deelw.) |
1) (iets) onbedoeld en hard tegen iets aan laten komen -
heurter , cogner je been stoten tegen een stoelpoot - se cogner la jambe contre un pied de chaise |
2) (iets) door een stoot (1) verplaatsen -
pousser een vaasje uit de vensterbank stoten - pousser dehors un petit vase qui se trouvait sur la tablette de l'appui |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stoten (ww.) | cahoter (ww.) ; se dandiner (ww.) |
stoten | descendre en piqué ; talonner |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stoten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: botsenNL: duwenNL: een por gevenNL: fschijnenNL: haperenNL: hobbelenNL: porrenNL: schokkenNL: schuddend op en neer gaanNL: stompenUitdrukkingen en gezegdes
NL: aan de tafel
stoten
FR: buter contre la tableNL: stoten op
FR: heurter, toucherNL: tegen elkaar
stoten
FR: s'entre-choquer