Vertalingen haperen NL>FR
haperen
werkw.
Uitspraak: | [hapərə(n)] |
Verbuigingen: | haperde (verl.tijd ) heeft gehaperd (volt.deelw.) |
even niet goed werken -
avoir des râtés De geluidsinstallatie haperde even, maar doet het nu weer. - La sono a eu quelques ratés, mais elle fonctionne à nouveau. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
haperen (ww.) | bafouiller (ww.) ; balbutier (ww.) ; bredouiller (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `haperen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blijven stekenNL: hakkelenNL: mankerenNL: stagnerenNL: stamelenNL: stokkenNL: stotterenNL: vastlopenUitdrukkingen en gezegdes
NL: er hapert iets
FR: il y a qc qui ne va pasNL: wat hapert er aan?
FR: qu'est-ce qu'il y a?