Vertalingen dragen NL>FR
dragen
werkw.
Uitspraak: | [ˈdraxə(n)] |
Verbuigingen: | droeg (verl.tijd ) heeft gedragen (volt.deelw.) |
1) zo meenemen dat (iets) de grond niet raakt -
porter de boodschappen dragen - porter les achats |
2) aan je lichaam hebben -
porter een broek dragen - porter un pantalon een bril dragen - porter des lunettes |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dragen (ww.) | étayer (ww.) ; tenir le coup (ww.) ; tenir jusqu'au bout (ww.) ; tenir (ww.) ; supporter (ww.) ; subir (ww.) ; soutenir (ww.) ; porter (ww.) ; persister (ww.) ; persévérer (ww.) ; maintenir (ww.) ; fortifier (ww.) ; épauler (ww.) ; endurer (ww.) ; continuer (ww.) ; consolider (ww.) ; boiser (ww.) ; avoir mis (ww.) ; arc-bouter (ww.) ; appuyer (ww.) |
het dragen | le port |
dragen | assumer ; répondre à |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `dragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan hebbenNL: aanhebbenNL: doorstaanNL: duldenNL: hardenNL: ondersteunenNL: opbrengenNL: reikenNL: schorenNL: schragenUitdrukkingen en gezegdes
NL: zorg
dragen voor
FR: avoir soin deNL: dat wordt veel ge
dragen
FR: cela se porte beaucoupNL: ge
dragen kleren
FR: habits (m mv) usagésNL: bij zich
dragen
FR: avoir sur soi