Vertalingen dragen NL>DE
dragen
werkw.
Uitspraak: | [ˈdraxə(n)] |
Verbuigingen: | droeg (verl.tijd ) heeft gedragen (volt.deelw.) |
1) zo meenemen dat (iets) de grond niet raakt -
tragen , schleppen de boodschappen dragen - die Besorgungen tragen |
2) aan je lichaam hebben -
tragen een broek dragen - eine Hose tragen een bril dragen - eine Brille tragen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dragen (ww.) | abstützen (ww.) ; an haben (ww.) ; anhaben (ww.) ; ausgestreckt halten (ww.) ; aushalten (ww.) ; ausharren (ww.) ; durchhalten (ww.) ; entlasten (ww.) ; ertragen (ww.) ; tragen (ww.) ; unterstützen (ww.) |
dragen (werkw.) | tragen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `dragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan hebbenNL: aanhebbenNL: doorstaanNL: duldenNL: hardenNL: ondersteunenNL: opbrengenNL: reikenNL: schorenNL: schragenUitdrukkingen en gezegdes
NL: tragen (deze stof) blijft goed in het
dragen
DE: trägt sich gut DE: (etter afscheiden) nässen