Vertalingen schragen NL>FR
schragen (ww.) | appuyer (ww.) ; arc-bouter (ww.) ; boiser (ww.) ; chevaler (ww.) ; consolider (ww.) ; contrebouter (ww.) ; fortifier (ww.) ; soutenir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijstaanNL: dragenNL: met palen stuttenNL: ondersteunenNL: schorenNL: steunenNL: stutten