Vertalingen stoken NL>ES
stoken
werkw.
Uitspraak: | [ˈstokə(n)] |
Verbuigingen: | stookte (verl.tijd ) heeft gestookt (volt.deelw.) |
1) (een ruimte) met een kachel verwarmen -
calentar je huis warm stoken in de winter - calentar tu casa durante el invierno |
2) als brandstof gebruiken -
quemar hout stoken in de open haard - quemar leña en la chimenea een vuurtje stoken - hacer un fogón |
3) (sterkedrank) maken uit alcoholhoudende vloeistof -
destilar brandewijn stoken - destilar aguardiente |
4) proberen mensen ruzie te laten krijgen -
malquistar stoken in een goed huwelijk - malquistar en un buen matrimonio |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stoken (ww.) | acuciar (ww.) ; amotinar (ww.) ; apresurar (ww.) ; atizar (ww.) ; avivar (ww.) ; azuzar (ww.) ; destilar (ww.) ; enredar (ww.) ; incitar (ww.) ; instigar (ww.) ; quemar (ww.) |
stoken | alimentar el fuego ; cargar el fuego ; conducción del fuego ; conducir el fuego |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stoken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanblazenNL: aanstokenNL: aanwakkerenNL: brandstofNL: distillerenNL: kachelNL: ophitsenNL: oppokenNL: opporrenNL: opruien