Vertalingen kennis NL>ES
I de kennis
zelfst.naamw. (v.)
1) wat je weet of hebt geleerd -
conocimiento (el ~) talenkennis - conocimiento de idiomas |
kennis van zaken hebben (=deskundig zijn) - entender un asunto
|
2) deel van de uitdrukking: -
buiten kennis (=bewusteloos) - haber perdido el conocimiento
Na een klap op zijn hoofd raakte hij buiten kennis. - Después de un golpe en la cabeza perdió el conocimiento.
|
II kennis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈkɛnəs] |
Verbuigingen: | kennissen (meerv.) |
iemand die je kent -
conocido/-da (el ~/la ~) Ik ken hem niet erg goed. Het is maar een kennis, geen vriend. - Yo no lo conozco muy bien. Sólo es un conocido, no un amigo. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kennis (v) | la conocida (v) ; conocido (znw.) ; el conocimiento (m) |
kennis | conocimiento ; sensibilización |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kennis`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekendeNL: bekende persoonNL: bekenpersoonNL: bewustzijnNL: geleerdheidNL: informatieNL: sjoegeNL: weten