aanwakkeren

Vertalingen aanwakkeren NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[ˈanwɑkərə(n)]
Verbuigingen:	wakkerde aan (verl.tijd )

1) (van de wind of van vuur) heviger worden - avivar

Verbuigingen:	is aangewakkerd (volt.deelw.)
De wind wakkerde aan tot windkracht 7. - El viento se arreció hasta la fuerza 7.

2) heftiger doen worden - arreciar

Verbuigingen:	heeft aangewakkerd (volt.deelw.)
vuur aanwakkeren - atizar el fuego een discussie aanwakkeren - acalorar una discusión

Overige bronnen

aanwakkeren (ww.)	enredar (ww.) ; sembrar discordia (ww.) ; quemar (ww.) ; provocar (ww.) ; instigar (ww.) ; incitar a (ww.) ; incitar (ww.) ; impulsar a (ww.) ; excitar (ww.) ; estimular (ww.) ; encender (ww.) ; encandilar (ww.) ; azuzar (ww.) ; avivar (ww.) ; atizar (ww.) ; animar (ww.) ; amotinar (ww.) ; acuciar (ww.)
aanwakkeren	reavivar ; refrescar

Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `aanwakkeren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aanblazen
NL: aanmaken
NL: aansporen
NL: aanstoken
NL: aanvuren
NL: aanzetten
NL: bereiden
NL: doen opvlammen
NL: opfokken
NL: ophitsen

Zojuist vertaald