Vertalingen bedienen NL>ES
bedienen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈdinə(n)] |
Verbuigingen: | bediende (verl.tijd ) heeft bediend (volt.deelw.) |
1) (iemand) helpen in een winkel, restaurant, enz. -
atender de klanten vlot bedienen - atender a los clientes con soltura |
zich bedienen van de aardappels (=zelf aardappels op je bord scheppen) - servirse patatas
|
2) zorgen dat iets werkt, bijv. een machine -
manejar een eenvoudig te bedienen dvd-recorder - un lector de dvd de fácil manejo |
3) de laatste sacramenten geven religie -
administrar los sacramentos De stervende wil bediend worden door een priester. - El moribundo quiere ser sacramentado por un sacerdote. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bedienen (ww.) | atender (ww.) ; manejar (ww.) ; operar (ww.) ; poner delante (ww.) ; ser útil (ww.) ; servir (ww.) ; servir en la mesa (ww.) ; valer (ww.) |
bedienen | dar comunicación ; efectuar ; servir |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bedienen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan tafel bedienenNL: dienenNL: gebruikenNL: helpenNL: knoppen bedienenNL: nemenNL: opdienenNL: opdissenNL: serverenNL: voorzetten