1. MWB
  2. Vertalen
  3. afscheiden (NL>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • afscheiden > DE • afscheiden > EN • afscheiden > FR
Vertalingen afscheiden NL>ES
afscheiden (ww.) emitir (ww.) ; verter (ww.) ; separarse (ww.) ; separar (ww.) ; segregar (ww.) ; secretar (ww.) ; poner aparte (ww.) ; incomunicar (ww.) ; exudar (ww.) ; excretar (ww.) ; escindir (ww.) ; echar (ww.) ; dividir (ww.) ; deshacerse de (ww.) ; desembarazarse de (ww.) ; bifurcarse (ww.) ; apartar (ww.) ; alejar de (ww.) ; aislar (ww.)
afscheiden clasificación ; separación ; delimitar
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `afscheiden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afsplitsen
NL: afvoeren
NL: afzonderen
NL: isoleren
NL: lozen
NL: produceren
NL: scheiden
NL: separeren
NL: splitsen
NL: uitscheiden