Vertalingen separeren NL>ES
separeren (ww.) | desvincular (ww.) ; dividir (ww.) ; separar (ww.) ; separarse (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `separeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afscheidenNL: afsplitsenNL: afzonderenNL: scheidenNL: splitsen