aanleggen

Vertalingen aanleggen NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[ˈanlɛ x ə(n)]
Verbuigingen:	legde aan (verl.tijd ) heeft aangelegd (volt.deelw.)

1) zorgen dat iets er komt - construir , instalar

een computernetwerk aanleggen - instalar una red de informatica
een postzegelverzameling aanleggen - formar una colección de estampillas

2) (aan de wal) gaan vastliggen - atracar , amarrar

De kapitein besloot aan te leggen bij de pier. - El capitán decidió amarrar en el muelle.

3) deel van de uitdrukking: -

het met iemand aanleggen

Overige bronnen

aanleggen (ww.)	amarrar (ww.) ; construir (ww.)
het aanleggen	la construcción (v) ; la instalación (v)
aanleggen	acostar ; atracar ; planificar

Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `aanleggen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aanbrengen
NL: aandoen
NL: aanmeren
NL: afmeren
NL: bouwen
NL: inrichten
NL: installeren
NL: meren
NL: monteren en aansluiten
NL: plaatsen

Ook in de database