Vertaal
Naar andere talen: • aandoen > DEaandoen > ENaandoen > FR
Vertalingen aandoen NL>ES

aandoen

werkw.
Uitspraak:  andun]
Verbuigingen:  deed aan (verl.tijd ) heeft aangedaan (volt.deelw.)

1) (kleding) aan je lichaam doen - poner(se)
een rok aandoen - ponerse una falda

2) zorgen dat iets werkt - encender
de kachel aandoen - encender la estufa

3) zorgen dat iemand iets naars meemaakt - hacer , causar
iemand verdriet aandoen - causarle pena a alguien

4) de genoemde indruk maken - producir
De warmte doet aangenaam aan. - El calor produce una sensación agradable.

5) onderweg bezoeken - hacer escala , visitar
een haven aandoen - hacer escala en un puerto

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aandoen (ww.) hacer daño (ww.) ; vestirse (ww.) ; vestir (ww.) ; provocar (ww.) ; producir (ww.) ; ponerse (ww.) ; poner en marcha (ww.) ; poner (ww.) ; ocasionar (ww.) ; hacer mal (ww.) ; acentuar (ww.) ; entornar (ww.) ; engordar (ww.) ; encender (ww.) ; confeccionar (ww.) ; conectar (ww.) ; componer (ww.) ; causar (ww.) ; armar (ww.) ; afilar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aandoen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbrengen
NL: aandraaien
NL: aankleden
NL: aanleggen
NL: aanmaken
NL: aanrichten
NL: aanstichten
NL: aantrekken
NL: aanzetten
NL: berokkenen