Vertaal
Naar andere talen: • installeren > DEinstalleren > ENinstalleren > FR
Vertalingen installeren NL>ES

I installeren

werkw.
Uitspraak:  [ɪnstɑˈlerə(n)]
Verbuigingen:  installeerde (verl.tijd ) heeft geïnstalleerd (volt.deelw.)

(technische zaken) aanbrengen en goed laten werken - instalar
een verwarmingsketel laten installeren door een vakman - hacer instalar una caldera por un profesional
een harde schijf installeren op je computer - instalar un disco duro en el ordenador


II zich installeren

reflexief werkw.
Uitspraak:  [ɪnstɑˈlerə(n)]
Verbuigingen:  installeerde zich (verl.tijd ) heeft zich geïnstalleerd (volt.deelw.)

alles zo regelen dat het naar je zin is - instalarse
je in een stoel installeren met een glas bier en nootjes - instalarse en una silla con una cerveza y unas nueces

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
installeren (ww.) arreglar (ww.) ; colocar (ww.) ; colocarse (ww.) ; comenzar (ww.) ; concebir (ww.) ; constituir (ww.) ; construir (ww.) ; crear (ww.) ; destinar (ww.) ; establecer (ww.) ; estacionar (ww.) ; estructurar (ww.) ; formar (ww.) ; instalar (ww.) ; montar (ww.) ; nombrar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `installeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbrengen
NL: aanleggen
NL: aanstellen
NL: benoemen
NL: inrichten
NL: monteren en aansluiten
NL: plaatsen
NL: stationeren
NL: vestigen