Vertalingen opbreken NL>EN
opbreken
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔbrekə(n)] |
Verbuigingen: | brak op (verl.tijd ) |
1) deel van de uitdrukking: -
break through, come up Verbuigingen: | is opgebroken (volt.deelw.) |
Dit zal haar nog lelijk opbreken. (=hier zal ze nog nadelige gevolgen van ondervinden) - She will regret this.
|
2) uit elkaar halen -
break, tear down, take apart Verbuigingen: | heeft opgebroken (volt.deelw.) |
een opgebroken straat - a torn up street / a street under reconstruction een tent opbreken - tear/break down a tent |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opbreken (ww.) | to break up ; to depart ; to disintegrate ; to fracture ; to go ; to go away ; to leave ; to suffer from heartburn |
het opbreken | the breaking apart ; the breaking up ; the taking down ; the tearing down |
opbreken | break-up ; return to heat ; stop |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `opbreken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbrekenNL: beëindigenNL: bezurenNL: gaanNL: heengaanNL: opstappenNL: vertrekkenNL: weggaanNL: zuur opbrekenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: break-up US-spelling: breakup |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: dat zal hem
opbreken
EN: he will rue the day