Vertalingen gaan NL>EN
gaan
werkw.
Uitspraak: | [xan] |
Verbuigingen: | ging (verl.tijd ) is gegaan (volt.deelw.) |
1) bewegen en daardoor van plaats veranderen -
go, draw, go along naar huis gaan - go home met de fiets gaan - go by bike teruggaan - go back |
ervandoor gaan (=weggaan, vluchten) - leave, go away
|
2) beginnen met een handeling -
go to gaan slapen - go to sleep aan het werk gaan - go to work uit varen gaan - go sailing in de politiek gaan - go into politics met pensioen gaan - be pensioned off; retire |
3) kunnen, mogelijk zijn of passen -
be possible, be able to Er gaan twaalf dozen in een kist. - One crate holds twelve carton boxes. Dat gaat niet. - That's not possible. |
4) zich ontwikkelen, verlopen -
be, develop, go along Het gaat goed met de zieke. - The patient is improving. Hoe gaat het? - How is life going? |
5) klinken -
sound, ring De telefoon gaat. - The telephone rings. De bel gaat. - The bell rings. |
6) deel van de uitdrukking: er flink tegenaan gaan (=hard werken) - put (one's) back to it
|
ervoor gaan (=je ergens helemaal voor inzetten) - go for (something)
|
eraan gaan (=kapotgaan of omkomen) - be done for; be a goner
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gaan (ww.) | to be going to ; to walk ; to run ; to pass ; to move on ; to move ; to leave ; to go away ; to go ; to depart ; to break up |
gaan | elope ; will ; travel ; sound ; shall ; ride ; let's go ; going to ; go on foot ; get going |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `gaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: `m smerenNL: betreffenNL: fietsenNL: functionerenNL: gebeurenNL: heengaanNL: kunnenNL: lopenNL: makenNL: opbrekenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; `move` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `move house / move flat / etc.` In US-Engels gebruikt men `move / move out` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: het verhaal gaat
EN: the story goesNL: er
gaan geruchten
EN: there are rumoursNL: laat maar
gaan
EN: let it go (pass)NL: hij liet zich
gaan
EN: he let himself goNL: laat je gedachten er eens over
gaan
EN: think it overNL: hoe gaat het?
EN: how are you (getting on)?NL: het gaat nogal
EN: not too badNL: het ging goed (slecht) met haar
EN: she was doing well (badly)NL: het ging hem voor de wind
EN: he prosperedNL: de klok gaat voor (achter, gelijk)
EN: the clock is fast (slow, right)NL: zo gaat 't goed
EN: that's the stuffNL: het ga je goed
EN: good luck to youNL: het gaat niet
EN: it won't work, it's impossibleNL: het zal niet
gaan!
EN: nothing doing!NL: dat gaat niet aan
EN: that won't do EN: zo gaat 't (in de wereld), such is lifeNL: daar gaat ie dan
EN: here goesNL: het ging hem aan 't hart
EN: it went to his heartNL: er gaat niets boven
EN: there's nothing like it (nothing to beat it)NL: in de politiek
gaan
EN: go into politicsNL: dat gaat er bij mij niet in
EN: that won't go down with meNL: er
gaan duizend mensen in dit theater
EN: this theatre can hold (accommodate) 1000 peopleNL: het gaat om een groot bedrag (mijn leven)
EN: a great sum (my life) is at stake (involved)NL: het gaat erom of
EN: the question (point) is whetherNL: daar gaat het niet om
EN: that's beside the pointNL: 6 gaat 3 maal op 18
EN: 6 into 18 goes three timesNL: er vandoor
gaan
EN: make off, run away, (van paard, dief) boltNL: kom, ik ga er vandoor
EN: well, I'm off nowNL: er stilletjes vandoor
gaan
EN: take French leaveNL: we
gaan over Bazel
EN: we go by way of BazelNL: wie gaat hierover?
EN: who is in charge of this?NL: ik ga eten
EN: I'm going to dineNL: laten we
gaan eten
EN: let us go and dineNL: gaan roeien
EN: go (out) rowingNL: gaan wandelen
EN: go for a walkNL: ga je wassen
EN: go and wash