I het geheel

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[xəˈhel]

alles - whole, unity

één geheel vormen - form one whole een ondeelbaar geheel - undivided whole Het geheel is de som der delen. - The total can be divided in parts.

in het geheel niet (=helemaal niet) - not in the least

over het geheel genomen (=in het algemeen, zonder op de details te letten) - seen as a whole...; generally speaking

II geheel

bijv.naamw.

Uitspraak:

[xəˈhel]

waaraan niets ontbreekt - whole, complete, entire

de gehele school - the whole school een geheel vernieuwde versie - a completely revamped version

© K Dictionaries Ltd.

het geheel	the whole
geheel	no exception ; fullness ; completeness ; quite ; wholly ; unit ; totally ; total ; through ; altogether ; overall ; integral ; integer ; fully ; entirety ; entirely ; entire ; completely ; at all

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; MWB; Autowoordenboek




NL: aan één stuk
NL: alles
NL: eenheid
NL: faliekant
NL: gezamenlijkheid
NL: heel
NL: totaal
NL: totaliteit
NL: volkomen
NL: volkomenheid

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: through US-spelling: through / thru

NL: met geheel mijn hart EN: with all my heart
NL: geheel en al EN: altogether, entirely
NL: geheel de uwe EN: yours truly