Vertalingen geheel NL>ES
I het geheel
zelfst.naamw.
alles -
conjunto (el ~) één geheel vormen - formar un conjunto een ondeelbaar geheel - un totalidad indivisible Het geheel is de som der delen. - El todo es la suma de sus partes. |
in het geheel niet (=helemaal niet) - en absoluto
|
over het geheel genomen (=in het algemeen, zonder op de details te letten) - en general
|
II geheel
bijv.naamw.
waaraan niets ontbreekt -
todo/-da de gehele school - toda la escuela een geheel vernieuwde versie - una versión totalmente renovada |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
geheel (znw.) | el estado completo (m) ; la totalidad (v) ; la unidad (v) |
geheel | sin excepción ; todo ; total ; completamente ; totalmente |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `geheel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan één stukNL: allesNL: eenheidNL: faliekantNL: gezamenlijkheidNL: heelNL: totaalNL: totaliteitNL: volkomenNL: volkomenheid